Rijksoverheid
De Rijksoverheid heeft op 16 november een tweede steunpakket aangekondigd. Deze regelingen worden verlengd:
€ 100 miljoen aanvullende subsidie voor instellingen en festivals in de Basisinfrastructuur 2021-2024 en de Erfgoedwet en instellingen en festivals die meerjarig financiering krijgen via de rijkscultuurfondsen.
€ 49,75 miljoen ter ondersteuning van makers en creatieve professionals. De zes rijkscultuurfondsen stellen regelingen voor de sector op om opdrachten aan makers te stimuleren. Daarnaast zijn er extra middelen voor scholing. Van deze middelen gaat er € 10 miljoen naar de NPO voor extra zendtijd voor de getroffen cultuursector.
€ 15 miljoen extra voor de leenfaciliteit bij Cultuur+Ondernemen. Het beschikbare budget voor deze leningen wordt daarmee verhoogd van € 30 miljoen naar € 45 miljoen. Ook zzp’ers kunnen vanaf nu een lening aanvragen.
€ 10 miljoen naar het Kickstartfonds Cultuurfonds, een initiatief van de Bankgiro Loterij, het Prins Bernhard Cultuurfonds, het VSBfonds en de VandenEnde Foundation. Dit fonds ondersteunt theaters, concertzalen, musea en vrije producenten in de aanpassingen die gemaakt moeten worden in de anderhalve-meter-samenleving. Ook de private partijen betrokken bij dit fonds stellen voor deze nieuwe fase wederom een bijdrage beschikbaar.
€ 0,4 miljoen voor Het Nationaal Theaterweekend
€ 6,25 miljoen voor filmproducenten via het Filmfonds
€ 20 miljoen voor de Opengestelde Monumentenlening bij het Nationaal Restauratiefonds. Het beschikbare budget voor deze leningen wordt daarmee verhoogd van € 50 miljoen naar € 70 miljoen. Monumentenorganisaties kunnen hier een beroep op doen.
Deze aanvullende maatregelen werden op 16 november aangekondigd:
€ 40 miljoen gaat er naar vrije theaterproducenten in de podiumkunsten die geen vaste subsidierelatie met de overheid hebben. Het Fonds Podiumkunsten zal de maatregel uitvoeren.
€ 150 miljoen stelt gemeenten in staat om de cruciale lokale culturele infrastructuur te ondersteunen. Dit is naast de € 68 miljoen die beschikbaar komt voor de schade die gemeenten en provincies hebben opgelopen.
€ 11,2 miljoen om instellingen die jong talent begeleiden te ondersteunen voor een half jaar. Het gaat om instellingen waarvan de activiteiten een positieve beoordeling kregen van de Raad voor Cultuur of één van de zes rijkscultuurfondsen, maar waar geen budget voor beschikbaar is.
€ 20 miljoen is voor het behoud van private musea en kunstcollecties van nationaal belang.
€ 10 miljoen voor de ontwikkeling van een garantieregeling voor filmproducties en € 5 miljoen voor het uit laten voeren van fieldlabs die de wendbaarheid en weerbaarheid van de sector vergroten. Het advies van de Raad van Cultuur, de sector en de stedelijke regio’s zullen betrokken worden bij de keuze en opzet van de fieldlabs.
€ 15 miljoen beschikbaar, met inzet van het ministerie van EZK, voor behoud van het varend erfgoed (de zogenaamde bruine vloot)
De Rijksoverheid heeft op 28 augustus aanvullende maatregelen bekendgemaakt voor de culturele en creatieve sector.
€ 200 miljoen voor vervolg van het eerdere steunpakket cultuur tot 1 juli 2021
€ 14 miljoen voor een half jaar overbrugging voor instellingen met een positieve beoordeling voor de BIS en meerjarige fondssubsidies, waarvoor eerder geen budget beschikbaar was
€ 20 miljoen voor het behoud van private musea en kunstcollecties van nationaal belang
€ 15 miljoen voor behoud van het varend erfgoed (de zgn. bruine vloot)
€ 15 miljoen voor een garantiefonds voor filmproducties en het opstarten van pilots om wendbaarheid en weerbaarheid van de av-sector te vergroten;
€ 150 miljoen stelt gemeenten in staat om de cruciale lokale culturele infrastructuur te ondersteunen. Dit is naast de € 68 miljoen die beschikbaar komt voor de schade die gemeenten en provincies hebben opgelopen.
Op 27 mei bekendgemaakte maatregelen:
Aanvullende subsidie aan meerjarig rijksgesubsidieerde instellingen: € 113 miljoen voor instellingen in de BIS (basisinfrastructuur 2017-2020) en enkele instellingen die door het ministerie van OCW worden gefinancierd. € 40 miljoen voor instellingen en festivals die meerjarige subsidie van de zes Rijkscultuurfondsen ontvangen, waarvan €5 miljoen voor filmproducenten via het Filmfonds.
Medefinancieren in de vitale regionale infrastructuur: € 48,5 miljoen voor gemeenten en provincies die regionale musea, (pop)podia en filmtheaters extra ondersteunen. Provincie Noord-Brabant stelt hiervoor € 2 miljoen beschikbaar, met matching van € 2 miljoen door BrabantStad en € 4 miljoen van het Rijk moet er € 8 miljoen beschikbaar komen voor Brabantse instellingen. Voor ondersteuning van instellingen met een regionale functie en een landelijk belang is er € 16 miljoen voor musea bij het Mondriaan Fonds, € 29 miljoen voor (pop)podia bij het Fonds Podiumkunsten, en € 3,5 miljoen voor filmtheaters via het Filmfonds.
Inzet voor makers: € 11,8 miljoen wordt geïnvesteerd in de Rijkscultuurfondsen. Zij maakten zelf eerder ruim € 15 miljoen beschikbaar. Dit budget is een aanvulling op de bestaande regelingen en gericht op werk voor makers in alle sectoren. Het budget richt zich op projecten, werk en opdrachten voor makers. Daarnaast is er ruimte voor ondersteuning van instellingen en festivals, veelal het midden- en kleinbedrijf van de cultuur.
Steunfonds Rechtensector: € 5 miljoen voor de Federatie Auteursrechtbelangen. Deze federatie draagt zelf ook € 5 miljoen bij. Dit fonds is er om professionals in de creatieve industrie te steunen bij het ontwikkelen van (nieuwe) werken (boeken, muziek en films). Duizenden zzp’ers en freelancers, artiesten, musici, componisten, schrijvers, regisseurs, uitvoerende kunstenaars, muziekuitgevers en -producenten kunnen er een beroep op doen. Het fonds wordt op dit moment nader uitgewerkt door de Federatie Auteursrechtbelangen.
Cultuur Opstart Lening: € 30 miljoen voor het verhogen van leenfaciliteiten bij Cultuur+Ondernemen. Dit krediet is voor organisaties in de culturele en creatieve sector waarvan het verdienmodel vooral is gericht op eigen inkomsten en die geen gebruik kunnen maken van andere maatregelen uit dit pakket. De lening is bedoeld voor het ontwikkelen van publieksgerichte producties, programma’s, tentoonstellingen of projecten.
Opengestelde-Monumentenlening: € 50 miljoen voor het verhogen van de leenfaciliteit bij het Nationaal Restauratiefonds. Het betreft krediet voor eigenaren van rijksmonumenten zoals kerken, kastelen en buitenplaatsen, industrieel erfgoed, molens, stadsherstelorganisaties en museale monumenten die inkomsten mislopen vanwege de coronacrisis.
Eerder bekendgemaakte maatregelen:
– huur van rijksgesubsidieerde musea wordt 3 maanden opgeschort
– BIS instellingen kunnen subsidiegeld voor het derde kwartaal eerder ontvangen
– coulance betreft verantwoording voor subsidies van OCW, rijksfondsen, gemeenten en provincies
Generieke maatregelen:
TVL: De Tegemoetkoming Vaste Lasten is de opvolger van de TOGS. Bedrijven die meer dan 30% van hun omzet hebben verloren door de coronacrisis en 3.000 euro aan vaste lasten hebben in 3 maanden kunnen t/m 29 januari 2021 een aanvraag indienen.
TOFA: Flexwerkers kunnen een eenmalige tegemoetkoming van € 1.650 aanvragen.
NOW: Culturele ondernemers kunnen in aanmerking gekomen voor de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud, waarmee zij hun personeel door kunnen blijven betalen. Op 1 oktober is de steunmaatregel NOW met negen maanden verlengd.
TOZO: Zelfstandige ondernemers kunnen een beroep doen op de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers. Dit is een extra ondersteuning bij het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). De beperkte vermogenstoets is uitgesteld tot 1 april 2021.
KKC: Het Klein Krediet Corona is overbruggingskredietregeling voor kleine bedrijven.
Ondernemers die wegens corona uitstel van betaling van belastingen hebben gekregen, krijgen 36 maanden de tijd om de belastingschuld terug te betalen en hoeven pas vanaf 1 juli 2021 terug te betalen.
Bron: Kunstloc Brabant