Nieuws

Poppodium in verbouwing: Nieuwe Nor blijft pionieren

9-3-2021, Pierre Oitmann

In de zomer van 2020 werd gestart met de ambitieuze verbouwing van poppodium Nieuwe Nor in Heerlen. De concertzaal wordt uitgebreid en wil vanaf 2022 weer een gevarieerd muziekprogramma neerzetten. “Dit is waarvoor we op aarde zijn, dus dat willen we het allerliefste weer in gang zetten”, zegt programmeur Kees van den Berg hoopvol.

Al ruim een halve eeuw is ‘de Nor’ een begrip in Heerlen en omstreken. Ondanks een bescheiden start als studentensociëteit in 1969, de hoogtijdagen van het hippietijdperk, vinden de oprichters dat de Nor het gebrek aan een culturele ontmoetingsplek in de stad moet opvullen. Iets in de geest van Paradiso of de Melkweg in Amsterdam. Met die ambitie voor ogen groeit de Nor aan de Geerstraat uit tot een van de voornaamste poppodia van de regio Parkstad. Wanneer in december 2006 de geestelijke opvolger Nieuwe Nor zijn deuren opent in de Pancratiusstraat blijft die ambitie behouden. Dit spiksplinternieuwe poppodium, gehuisvest in de oude ijzerwarenhandel Schmitz, houdt van begin af aan de vinger aan de pols wat opbloeiende muziekstromingen en opkomende artiesten betreft, met veelvuldig uitverkochte zalen als gevolg. Naast allerhande bands krijgen ook dj’s en rappers ruim baan in de Nieuwe Nor. Voor jong talent is er eveneens een plek op de bühne.

De keerzijde van dat succes is dat de in 2006 geopende zaal inmiddels uit zijn voegen is gegroeid. “Je merkte heel erg dat we tegen de grenzen aanliepen wat de capaciteit van het gebouw betreft”, zegt hoofd productie Maud Berben tijdens een gesprek over de voortgang van de verbouwing van de Nieuwe Nor. “De producties werden steeds groter, er kwamen meer nightliners en meer packagedeals (meerdere bands als gezamenlijk programma, red.). Je wil die toffe dingen wel kunnen doen en naar de stad toehalen.” Naast Berben nemen ook hoofd programmering en marketing Kees van den Berg en directeur-bestuurder Johan de Niet deel aan het gesprek, elk vanuit hun eigen woonkamer door middel van een ondertussen niet meer weg te denken videoverbinding. “Ik had hiervoor ook een afspraak, maar die was op locatie — dat ben je al niet meer gewend”, lacht Van den Berg.

Ingewikkelde nieuwbouw

Een 3D-maquette toont ons hoe de nieuwe Nieuwe Nor er uit moet komen te zien: een brede ingang met een glazen pui, met bij binnenkomst een ruime foyer en een trap naar de grote zaal. “Het moet op een verdieping”, aldus De Niet, van huis uit bouwkundige. “Dat kan bijna niet anders als je voldoende foyerruimte wil en een nightliner die erin moet. Dus je moet wel de lucht in. Ik heb daar wel discussies over gehad met Jan Smeets; die is principieel tegen op zalen op een verdieping.” Ondanks de aanhoudende lockdown en coronamaatregelen, verloopt de verbouwing vooralsnog redelijk voorspoedig. “Ze lopen drie weken achter”, vertelt De Niet. “Dat komt vooral omdat het een ingewikkelde nieuwbouw is, die middenin de stad ligt. Als je in een wei iets gaat bouwen, gaat dat vrij eenvoudig, maar als je tussen twee monumentale gebouwen zit en erachter wordt ook gebouwd, dan kom je wel eens rare dingen tegen.”

De oude zaal van de Nieuwe Nor blijft behouden en daarnaast komt er dus een nieuwe zaal bij, een zogenaamde ‘middenzaal’, die plek moet bieden aan nog eens 650 bezoekers. “Mijn voorganger had een plan ingediend om een kleinere zaal te maken met oefenruimtes, een studio en weet ik wat al niet meer”, legt De Niet uit. “Dat plan was er al en daar stond de gemeente helemaal achter. Ik heb daar met Kees naar gekeken en ik vroeg me af: ‘Is dit het juiste wat we aan het doen zijn?’ We zien Parkstad als ons primaire marktgebied; als je dat allemaal bij elkaar voegt heb je een stedelijke agglomeratie van 240.000 inwoners. Daarmee is Parkstad de zesde ‘stad’ van Nederland.”

Foto gemaakt op 4 februari 2021

Op een kluitje bij DeWolff

“Wat we concludeerden was dat de huidige zaal steeds meer onder druk kwam te staan”, vervolgt de Nieuwe Nor-directeur. “De vraag is of je in die setting op langere termijn nog mee kan doen en die acts kan boeken die je wil boeken.” Van den Berg onderstreept dat vanuit zijn functie als programmasamensteller. “We zaten vaak aan de grens van wat we konden bieden aan gage. Onze ranking van podia in het land was al naar beneden aan het gaan, omdat de faciliteiten minder waren en er overal in het land professionalisering aan het plaatsvinden was. De eisen die bezoekers stellen aan een ruimte veranderen ook. We hebben ooit vierhonderd mensen erin gepropt, toen DeWolff in 2009 zijn eerste uitverkochte show gaf. Dat kun je echt niet meer maken.”

DeWolff op 31 maart 2016 in de Nieuwe Nor. Fotograaf: René Bradwolff

 

Voor grotere producties bood een samenwerking met de nabijgelegen Limburgzaal in Parkstad Limburg Theaters vaak een uitkomst. Hier zijn maximaal anderhalfduizend staanplaatsen beschikbaar. Vanwege het enorme verschil in capaciteit tussen de Nieuwe Nor en de Limburgzaal vielen veel groepen en artiesten echter tussen de wal en het schip; of ze waren te duur voor de ene, of ze waren niet lucratief genoeg voor de andere. De nieuwe middenzaal moet dat probleem oplossen. “Daarnaast is de Limburgzaal niet altijd beschikbaar”, voegt De Niet eraan toe. “Die wereld zit ook anders in elkaar. Theaters moeten telkens een jaar vooruit boeken; poppodia boek je per half jaar. Er ontstond dus ruimte om die middenzaal toe te voegen.”

Kensington op 17 februari 2018 in de Limburgzaal. Fotograaf: Fabian Viester

Te klein voor Kensington

”Er zijn namen die we zijn kwijtgeraakt”, stelt Van den Berg, waarbij hij Kensington als voorbeeld noemt. De rockband stond in april 2013 voor het laatst in de Nieuwe Nor en trok anderhalf jaar later al de Limburgzaal vol. “Bands staan vaak in het begin van hun carrière hier, als één van de eerste podia, in elk geval in Limburg. Als ze groter worden, raken we ze kwijt. Dat was een belangrijke reden om naar deze zaal te kijken. Waar moeten ze heen bij ons? Nergens. Dat is het ideale scenario; dat je een rol speelt in die keten. Daarnaast kun je ook in een hoger segment kijken.” Hij hoopt in de toekomst eveneens indoorfestivals te organiseren. “Dat was onmogelijk bij ons vanwege die fysieke beperking. Als een band zijn apparatuur door het publiek moet sjouwen met 350 man in de zaal; dat kan gewoon niet. Straks kunnen we festivalconcepten doen, met grote namen in de grote zaal en in de kleine zaal kunnen acts aan hun naam bouwen.”

Hoewel Kensington inmiddels alle zalen in de regio Parkstad ontgroeid is, staan er genoeg acts op het wensenlijstje die geschikt zijn voor de nieuwe middenzaal. De Niet verzekert ons dat er bij de toekomstige programmering niet alleen gekeken wordt naar populaire artiesten die in no-time uitverkopen. “De programmalijnen blijven grotendeels overeind. In de kleine zaal komt er juist meer ruimte voor experiment. Vroeger was de kleine zaal de enige zaal, dus het was duurder om zoiets te doen. Dat kwam in de verdrukking. Het moet goedkoper worden als er in de kleine zaal op een dinsdag bands komen spelen, want dan hoeft het niet per se een hoog bedrag op te leveren. Dat kun je ook doen met dance, terwijl de meer gangbare dingen in grote zaal spelen.” Regionale muzikanten worden daarbij zeker niet vergeten, drukt Van den Berg ons op het hart. “Door de kleine zaal goedkoper te maken, kun je meer lokaal talent een kans geven.”

Kensington op 5 april 2013 in de Nieuwe Nor. Fotograaf; Sjef van Rijt.

Douchen op kantoor

Wat vooral een verademing is, zowel voor de medewerkers als de artiesten die komen optreden, is dat de roadies niet meer met de instrumenten en andere apparatuur door de voordeur naar binnen en buiten hoeven — dezelfde ingang waardoor ook de concertbezoekers naar binnen komen. “Het was een vereiste om het publiek en de artiesten te scheiden, zoals bij elk fatsoenlijk podium het geval is”, stelt De Niet. Berben moet lachen. “Er zijn zeker artiesten geweest die het er minder mee eens waren, maar het was wat het was.” Van den Berg: “Als je op vrijdagochtend aan het werk bent op kantoor en er komt een artiest uit de douche of om de was te doen… Dat is niet wat je wil.” Volgens de directeur was dit niet voor iedereen een probleem. “Tom Barman vond het prima, maar een Roxeanne Hazes vond het niet zo grappig en die artiesten moeten we ook bedienen.”

De uitbreiding betekent meer werkgelegenheid. “Alle cruciale functies binnen een poppodium zetten we betaalde krachten op”, zegt De Niet. “Dat hoort ook bij de professionaliseringslag.” Toch blijven vrijwilligers onmisbaar voor de Nieuwe Nor. “We zijn niet alleen heel belangrijk om muzikaal talent een plek  te bieden, maar ook voor de ontwikkeling van organisatietalent”, erkent Van den Berg. “Er wordt vaak vergeten dat wij de functie hebben voor vrijwilligers om zich te ontplooien en om communities te vormen.” De Niet: “Ik zei wel eens gekscherend: ‘Die gasten die illegale feesten tijdens de lockdown organiseren, moet je eigenlijk binnenhalen, want die weten hoe het moet.’ Je moet echt je voeten in de regio hebben.” Berben is het daarmee eens. “Ik werk in deze sector omdat ik ben begonnen als vrijwilliger. Het is belangrijk dat de volgende generatie ook een kans krijgt op het podium of achter de schermen. Op een gegeven moment zijn wij de oude lullen en moeten nieuwe mensen het stokje overnemen.” De Niet: “We blijven pionieren.”

Foto gemaakt op 2 september 2019 , tijdens de vrijwilligers inloopavond.

De officiële opening van de Nieuwe Nor staat gepland op februari 2022.

 

Serious Techno op 19 december 2015 in de Nieuwe Nor. Fotograaf: René Bradwolff

Gerelateerde artikelen met Poppodium in verbouwing: Nieuwe Nor blijft pionieren

Terug naar het overzicht

Heb jij ook iets nieuws te melden?

Plaats je nieuwsbericht