
Schrijver: Wouter Greven
Vijf jaar geleden werd het Venlose poppodium Grenswerk officieel geopend. Vanzelfsprekend is er een hoop gebeurd en veranderd in de tussentijd. Dit jubileumjaar biedt een mooie gelegenheid om eens de balans op te maken.
Al snel in de gesprekken met werknemers van Grenswerk valt het op dat vrijwel iedereen ooit ‘begonnen’ is bij Perron 55, de voorloper van het huidige poppodium, zij het als bezoeker, zij het als vrijwilliger. Dit legt gelijk de structuur van de organisatie weer: er is veel ruimte en geduld voor persoonlijke ontwikkeling. Er is veel opgeklommen in de organisatie. Maar om even terug in de tijd te gaan: wat was dat voor plek, Perron 55?
“Uniek in Venlo, heel gritty”, zo stelt marketing-coördinator Sjuul Stultjens en frequent bezoeker van Perron 55. “Die rauwe sfeer maakte het ook wel heel tof.” Bovendien was het poppodium het decor van een hele keur aan legendarische avonden. Zo herinnert Stultjens zich de Rotterdamse formatie ‘Face Tomorrow’ nog levendig, alsook de vele drum ‘n bass- en dubstepfeesten die zo’n 10 jaar geleden nog behoorlijk en vogue waren. Voor Lieke Lenders – ooit begonnen als stagiair bij Grenswerk, maar inmiddels werkzaam als horecamedewerker én programmeur dance – begon het als bezoeker ook allemaal op die plek. “Het was echt een ontmoetingsplek voor de jeugd met een alternatieve muzieksmaak en bovendien de enige plek in Venlo waar je terecht kon voor elektronische muziek. Veel feestconcepten die daar zijn ontstaan worden nu nog steeds in Grenswerk georganiseerd.”
Oud-vrijwilligers herinneren zich voornamelijk nog een culinaire routine die huis hield bij Perron 55; het zijn lauwwarme herinneringen in witplastic doosjes met doorzichtige en vochtige deksels. Jeroen Nillesen, tegenwoordig coördinator horeca en facilitaire zaken bij Grenswerk: “Het Chinese restaurant Boeddha lag aan de overkant, dus we aten oprecht vrijwel iedere dag een rijsttafel. Niet zelden stond een hele tafel vol met dampende bakjes, hadden we voor 25 mensen bij dat restaurant besteld. Die missen sinds onze verhuizing een flink deel van hun omzet.” Directeur Tim Gaal – ook ooit als vrijwilliger begonnen bij Perron 55 – stelt dat hij sindsdien eigenlijk nooit meer Chinees heeft gegeten, maar voegt hier gauw aan toe dat dit absoluut niet aan de kwaliteit van het eten heeft gelegen. De kwaliteit werd simpelweg ondergesneeuwd door de kwantiteit.
Coherentie
Over kwantiteit gesproken: in de bezoekersaantallen van Grenswerk is al sinds de opening in 2014 een stijgende lijn te zien. Vooraf was het idee dat het poppodium op termijn, dus binnen een aantal jaren, zo’n 30.000 bezoekers op jaarbasis zou gaan bedienen, in tegenstelling tot de 10.000 gasten die Perron 55 jaarlijks mocht verwelkomen. De realiteit pakte anders uit: eind 2015 stond de teller al op 39.000, in 2017 waren dit nog duizend mensen meer en 2018 leverde zelfs 45.000 bezoekers op. Dat is op z’n minst een markante ontstijging van de prognoses te noemen. Bovendien, zo stelt organisatiestrateeg Thomas van Dalen in zijn exploitatieonderzoek naar het poppodium, overtreffen deze cijfers met ruime voorsprong de resultaten van poppodia met een vergelijkbare zaalgrootte en dito lokale demografie.
En toch legden rode cijfers een schaduw over het poppodium gedurende 2015 en 2016. Nillisen legt uit: “Vóór de verhuizing dachten we: in het nieuwe gebouw hoeven we niet meer te klussen, want alles is al perfect in orde. Dat bleek natuurlijk niet waar. We trokken in een compleet leeg pand, waar veel meer bouw en onderhoud nodig was dan verwacht. Dan gaat de kostenkant heel hard.” Toen Gaal op de helft van 2016 als directeur aantrad, trof hij dan ook een ‘financieel ongezonde situatie’ aan. Hij verklaart: “Dat is absoluut geen verwijt naar mijn voorganger, dat is volledig verklaarbaar. Je hebt te maken met een compleet nieuwe onderneming en een veel grotere schaal. Je moet dan als ondernemer niet verwachten dat je winst gaat maken die eerste paar jaren.”
Toch gebeurde precies dat, en werd het jaar 2017 afgesloten met positieve cijfers. De basis van dit succes ligt, vanzelfsprekend, in een sterk team van gezond gemotiveerde werknemers en vrijwilligers. Hieraan ligt dan weer een open en hiërarchie-loos team ten grondslag, zo stelt Lenders. Voeg daar nog enkele meer concrete ingrepen aan toe. Na zijn aantreden in 2016 begon Gaal aan allerlei knopjes te draaien: niet alleen pakte hij woekerende inkoopmarges op horecaproducten en laaghangende consumptieprijzen aan, ook gooide hij de functie van het café eind 2017 rigoureus om. Het resultaat was een meer coherent gebruik van het gebouw. Gaal: “Het café was aanvankelijk meer ingericht als restaurant, als pizzeria om precies te zijn. Het probleem hiervan was dat veel mensen de koppeling tussen poppodium en café niet maakten. Bovendien, als je iets met een band of DJ wilde doen, was dat intern ook vaak een heel gedoe. Zo creëer je een soort Fremdkörper in je eigen organisatie. Nu kun je er nog steeds eten, maar zijn er ook ieder weekend optredens van vaak lokale bands of DJs.” Streekproducten horen niet enkel in een pan, maar ook op het podium, zullen we maar zeggen. Benieuwd naar de insteek van de keuken? Zie het blokje ‘keukengeheimen’ onderaan deze pagina!
Ambitie
De subsidie-problematiek bij Grenswerk maakt deze veerkrachtigheid nóg indrukwekkender. Het poppodium is gestart met een subsidie die ongeveer €80.000 per jaar lager lag dan op basis van initiële ondernemingsplannen geadviseerd werd. Thomas van Dalen, in zijn eerdergenoemde exploitatieonderzoek, drukte de gemeente Venlo op het hart om het podium te compenseren voor de hoge huisvestingslasten en een nieuw meerjarenplan te maken voor onderhoud en investeringen. Aan die verzoeken werd onlangs beantwoord, tot grote vreugde van de organisatie. Grenswerk gaat op korte termijn €50.000 euro per jaar extra krijgen van de gemeente. Gaal: “Ik gaf dit al sinds mijn aantreden in 2016 aan: die subsidie is geen extraatje, maar een noodzaak om onze inhoudelijke functie uit te blijven voeren. Het maakt ons weerbaarder in grillige tijden. Bovendien biedt het de ruimte om te blijven investeren in talentontwikkeling, educatie en een artistiek inhoudelijk programma.”
De ambities van Grenswerk liegen er niet om. Neem de verzameling aan oefenruimtes en studio’s genaamd ‘verdieping nul’, gesitueerd op de begane grond van Grenswerk. Hier kunnen beginnende, artiesten, bands en DJ’s hun vaardigheden oefenen. Daarnaast zijn de ruimtes geschikt voor privé-workshops van ZZP-docenten en schoolhuren: zij kunnen de lokalen als het ware huren, om les te geven aan jongeren. Bovendien is die ‘verdieping nul’ een plek waar meer gevorderde artiesten – Heavenly Heroes bijvoorbeeld, de officiële artists in residence – kunnen repeteren.
In het verlengde van deze talentontwikkeling liggen de zogenaamde ‘Grenswerk Recordings’, die een bijzondere ontstaansgeschiedenis kennen. Gaal: “Voor het vijfjarig jubileum wilden we een programma maken dat zoveel mogelijk doelgroepen aan zou spreken. Zo was er Fischer-Z, een new wave cultband, perfect geschikt voor een ouder publiek. Daarnaast hadden we Navarone, een alternatieve band die ook een meer generiek publiek aan zich heeft weten te binden. En we hadden My Baby, een geweldige cross-over band. Omdat Amsterdam Dance Event in hetzelfde weekend viel, hadden we geen dance. Er bleef dus een plekje over op de zondag en we hadden nog niets gedaan voor regionale muzikanten. Toen hebben we vier artiesten cq. bands, live maar in studiosetting opnames laten maken, zowel audio als video. Die recordings gaan we op vinyl persen en presenteren tijdens Record Store Day in Sounds. Zo kunnen we de artiest echt iets meegeven.” Dit alles wijst erop dat Grenswerk meer en meer een spil in de Limburgse popmuziek wordt.
Foto gemaakt door Daan Kuipers Photography
Toekomstige muziek
Vanzelfsprekend wil Grenswerk de komende jaren nog meer gaan groeien in publieksbereik; de prognose is dat het poppodium in 2024 rond de 60.000 bezoekers gaat trekken. Naast die kwantitatieve groei gaat er veel aandacht uit naar de ‘artistieke inhoudelijkheid van het programma’. Met andere woorden: het experiment krijgt volop de ruimte. Een voorbeeld hiervan is een recente productie in samenwerking met het platform House of Confetti en de Venlose modeontwerper Irene Heldens. In deze voorstelling werden mode, dans, poëzie en muziek samengesmolten tot een eigenzinnige performance, uitgevoerd door danseres Nicole van den Berg. Gaal: “Mensen liepen de zaal uit en dachten: wat hebben we hier gezien? Dat is een mooi voorbeeld van de artistieke inhoudelijkheid die ik voor ogen heb.”
Dé vraag kan niet uitblijven: wat is het hoogtepunt in vijf jaar Grenswerk? De antwoorden verschillen nogal onder de geïnterviewden. Voor Nillesen was de opening van het poppodium het hoogtepunt, maar dan meer in de vorm van een catharsis, de beloning van een maand onophoudelijk zwoegen om het gebouw op orde te brengen. Stultjens denkt glimlachend terug aan zijn ‘fanmomentje’ met DJ Jazzy Jeff, vlak na de opening in 2014. Hij heeft nog steeds een gesigneerde LP thuis liggen.
Directeur Tim Gaal noemt een optreden van Candy Dulfer in 2018 als hoogtepunt. “Een Nederlandse artieste, maar van wereldstatuur. Haar show was stijf uitverkocht. Vervolgens gaf ze een weergaloos optreden: de band ging uit zijn dak, het publiek ook, de bedankjes vlogen van het podium af. Na het optreden vroeg Candy hoe ze bij het café geraakte.. Daar stond namelijk een bandje te spelen en ze had afgesproken even te gaan kijken. Voor we het door hadden stond Candy daar op het podium in het café mee te spelen. Tsja, dan komt alles bij elkaar: een interessante artiest, een uitverkochte zaal en een onvergetelijke en zeer motiverende avond voor een groepje jonge talenten.”
Foto gemaakt door Daan Kuipers Photography
Keukengeheimen
Wat is eigenlijk het geheim van de Grenswerk-keuken? “Het is niet zozeer een geheim”, stelt kok Bert Marsman, “maar ik geef wel veel aandacht aan vegan eten. Niet uit persoonlijke overtuiging, trouwens, want ik eet zelf alles. Het is vooral ook een leuke uitdaging. Bovendien vinden we het belangrijk als poppodium om niet in hetzelfde water te gaan varen als andere lokale horeca; ook ons eten moet een interessante aanvulling zijn op het al bestaande aanbod.” Een hoogtepuntje is de vegan bitterbal, volgens de chef, gemaakt op basis van jackfruit. Een gratis tip is om ook gelijk het speciale jubileumbiertje – met de toepasselijke naam VIJF – te proberen.
Voor de vleesliefhebbers onder ons: geen zorgen! Grenswerk verkoopt ook nog steeds hamburgers en spareribs. “Je moet alles kunnen aanbieden”, zo stelt de kok. Het menu, kortom, is net zo divers als het programma.