Nieuwe directeur Theater aan het Vrijthof zet eerste accenten
Het theater als ‘huis van de stad’ en het Vrijthof als de tuin van het theater. Brigitte van Eck, de
nieuwe directeur van Theater aan het Vrijthof, wil dat elke Maastrichtenaar kan genieten van een
mooie theatervoorstelling. Een theater voor iedereen, met extra aandacht voor de jeugd.
Brigitte van Eck wordt de eerste vrouwelijke directeur van het Theater aan het Vrijthof. Dat is
mooi meegenomen vindt ze, maar het gaat uiteindelijk om de kwaliteiten die een directeur
meebrengt. Niet dat ze haar carrièrepad keurig had uitgestippeld. Ze had het naar haar zin als
directeur/bestuurder van het Munttheater in Weert en was nog volop bezig het theater door de
woelige baren van de coronacrisis te loodsen, toen ze van diverse kanten werd aangespoord te
solliciteren. In de stad die ze goed kent omdat ze jaren werkte bij Toneelgroep Maastricht (toen
nog Het Vervolg), een van de partners van het theater. “Weert en het Munttheater zitten in mijn
hart”, zegt ze. “Maar ik voelde gaandeweg steeds meer enthousiasme voor de vacature én om
terug te gaan naar Maastricht. Eénmaal het besluit genomen, ging ik er ook vol voor.”
De geboren Roermondse (1969) weet dat het Maastrichtse theater zich op een kruispunt bevindt.
Van Ecks voorganger Jean Boelen zou in eerste instantie waarnemend directeur zijn en daarna
weer vertrekken, hij bleef ruim vier jaar en zorgde voor een solide basis. “Nu is er de kans om op
deze basis nieuw beleid te maken.”
Natuurlijk weet Brigitte van Eck inmiddels hoe de hazen lopen in theaterland. In een middelgroot
theater als Weert viste ze bij het uitreiken van het aanbod soms achter het net, al lukte het haar
regelmatig om verrassende try-outs en grote namen binnen te halen. Nu staat ze bij Theater aan
het Vrijthof met haar programmeursteam vooraan in de rij. Haar eigen culturele hart klopt vooral
voor toneel, moderne dans en warmbloedige opera zoals haar favoriet La Traviata van Verdi. “Bij
de prelude droom ik al weg en ben ik al tot tranen geroerd, en dan moet het nog beginnen”, lacht
ze. Ze zag de afgelopen jaren enorm veel voorstellingen, veelal in haar eigen theater als
programmeur en gastvrouw van het publiek en artiesten.
Artistiek en toegankelijk aanbod
Mocht er nog iemand aan bezuinigen op Musica Sacra denken, dan zal ook zij zich hard maken
voor het voortbestaan van dit prachtige festival. Voor Van Eck hoort het festival bij het theater én
bij Maastricht. Aan de andere kant pleit ze ervoor om niet alleen oog te hebben voor de hoge
artistieke waarde van het aanbod zoals bij Musica Sacra, maar ook om het theater meer
toegankelijk te maken. Vooral jonge mensen binnenhalen om hen te laten proeven van muziek,
dans en theater. Ze herinnert zich nog wel dat ze zelf als middelbare scholier verplicht naar het
nogal zware toneelstuk Wachten op Godot ging. “Daarna had ik het wel voor een paar jaar gezien
in de schouwburg.” Het aanbod afstemmen op je publiek is van groot belang, wil ze maar zeggen.
Educatie zal zeker een van haar speerpunten worden. “Het begint met een kennismaking via
Bumba en Kabouter Plop en dan een verdieping via bijvoorbeeld Jeugdtheatergezelschap Het
Laagland met de meer inhoudelijke theatervoorstellingen”.
Brigitte van Eck wil eerst nog eens heel scherp met haar team formuleren waar het theater voor
staat en waar het naartoe wil groeien. “En we mogen zichtbaarder worden. Als we toegankelijker
willen worden mogen we ook letterlijk meer zichtbaar zijn. Dus letters op de gevel, geen
schreeuwerige neon natuurlijk, maar stijlvol: Theater aan het Vrijthof. Laten we daarbij de rode
loper uitleggen en ook onze horeca meer profileren met een mooi terras.”
Sterke banden met huisgezelschappen en partners
Van Eck zal de sterke band met huisgezelschappen/partners als Opera Zuid, Sally Dansgezelschap,
Toneelgroep Maastricht en philharmonie zuidnederland met warmte bekrachtigen. De
samenwerking met instellingen als Jan van Eyck, Conservatorium, Toneelacademie, Kumulus en
theaters in de regio juicht ze toe. De komende tijd zal de focus liggen op ontwikkelen van de
toekomstvisie, samen met het team. Brigitte kijkt ook uit naar de samenwerking met André Rieu.
Het Vrijthof ziet ze als de tuin van het theater. “Leeg vind ik het maar een kaal plein, als het kan
zouden we er veel meer gebruik van kunnen maken.”
Kansen krijgen
Het aanbod moet sterk artistiek en de grote stad waardig zijn, maar er is nog een accent dat ze nu
al wil zetten. Dat gaat over de minderbedeelden in de stad en degene voor wie het om de een of
andere reden niet vanzelfsprekend is om het theater te bezoeken. In Weert maakte ze budget vrij
om voor deze mensen een theaterbezoek mogelijk te maken en dat wil ze weer doen. “Als je een
‘huis van de stad’ wil zijn moet je daar ook in willen investeren. “Ik kom uit een groot en modaal
gezin, niet per se uit een cultureel nest. Mijn vader en moeder hebben altijd hard moeten werken
om het gezin met vijf kinderen te onderhouden. Mijn vader overleed toen ik twaalf jaar was, en
dat heeft me een relativerende kijk op het leven gegeven. Liefde voor elkaar en de medemens
weegt zwaarder dan het materiële ‘hebben’. Ook daarin kan het theater een rol spelen. Vandaar ‘een huis van de stad’.”